Een eiwitbeperkt dieet wordt voorgeschreven als het ammoniak- of ureumgehalte in het bloed te hoog is.
Ammoniak en ureum zijn afvalproducten van de eiwitstofwisseling. Normaal gesproken wordt ammoniak in de lever omgevormd tot ureum.
Bij ernstige leverfunctiestoornissen gebeurt dit niet meer en stijgt het ammoniakgehalte in het bloed.
Een te hoog ammoniakgehalte kan tot een coma leiden. Nierfunctiestoornissen verlagen de uitscheiding van ureum in de urine en dit kan uiteindelijk leiden tot het stoppen van de urineproductie. Een te hoog ureumgehalte in het bloed veroorzaakt klachten als hoofdpijn, moeheid, misselijkheid en een slechte eetlust.
Het eiwitbeperkte dieet is strenger naarmate de nier- of leverfunctiestoornis ernstiger is.
Door de beperking van de hoeveelheid eiwit in de voeding is het belangrijk dat de eiwitten die worden geconsumeerd een zo hoog mogelijke biologische waarde hebben.
Omdat eiwitrijke voedingsmiddelen vaak ook eiwitten met een hoge biologische waarde bevatten, is een volledige onthouding van deze voedingsmiddelen niet wenselijk.
Vlees, kaas, melk- en melkproducten passen daarom in kleine hoeveelheden in dit dieet.
Bij de beschreven ziektebeelden wordt vaak een eiwitbeperking in combinatie met een matige natriumbeperking voorgeschreven.
Het vlees moet dan zonder keukenzout worden bereid.
Afgezien van de eiwitbeperking is het van belang dat voldoende energie uit koolhydraten en vetten wordt opgenomen om te voorkomen dat lichaamseiwit wordt afgebroken, waarbij ammoniak en ureum worden gevormd.