tips : a tot m

Tips die u in de keuken van pas kunnen komen:

Nog steeds geen keukenweegschaal?
Echt onmisbaar…voor nog geen twintig euro heeft u er al een in huis.
Kijk op internet en zoek even onder keukenweegschaal.
Kies wel een digitale schaal die op 1 gram nauwkeurig is.

Gewichten en maten

Hieronder een tabel met oventemperaturen, gehanteerd in recepten.

70˚ warm houden van producten
80/ 100˚ zeer zacht, erg laag
100/120˚ zacht, laag
120/160˚ matig, gemiddeld warm
160/200˚ heet, behoorlijk warm
200/230˚ heel heet, erg warm

Bij het bereiden van vlees- en visgerechten is het over het algemeen raadzaam een schaal met water onderin de oven te zetten zodat de relatieve vochtigheid in de oven hoog blijft.
Daardoor blijft het gerecht smakelijker en droogt het veel minder uit.

 

Hieronder algemene tips op alfabetische volgorde.

Aardappelen:

Voeg aan het kookwater van de aardappelen een klontje margarine toe, dan zijn ze eerder gaar.
Doe het zout er dan pas op het laatst bij.
Om de smaak van oude aardappelen te verbeteren wordt wel eens een schepje suiker aan het kookwater toegevoegd.
Kookt u de aardappelen in de schil, laat ze dan, als ze gaar zijn even “schrikken” in koud water. Dit maakt dat u ze beter kunt pellen.
Het schillen van rimpelige aardappelen gaat beter als u ze van te voren een tijdje in koud water legt.
Maakt u een aardappelsalade, zet de aardappelen dan op met kokend water. Ze blijven dan stevig. Voeg de dressing toe als de aardappelen nog warm zijn, dan kan ze er beter intrekken.
Wilt u krokant gebakken aardappelen hebben, bestrooi ze dan halverwege het bakken met een beetje bloem.

Afkoelen van gerechten:

Gerechten die voor de volgende dag gemaakt worden, maar ook restjes zoals overgebleven soep of warme maaltijden kunnen sneller bederven dan je denkt.
Koel deze zo snel mogelijk af:
Doe een deksel op de pan.
Zet de pan in een (afwas)bak of gootsteen met koud water.
Roer de inhoud van de pan tijdens het koelen regelmatig om.
Ververs het water na een paar minuten koelen als het te warm wordt.
Herhaal dit zonodig een paar keer.
Is het gerecht afgekoeld, zet het dan direct in de koelkast.
Of zo snel mogelijk verpakken en invriezen.

Andijvie:

Is de andijvie wat slap geworden, snijd dan een stuk van de steel af en leg de kroppen enige tijd in (en niet onder) water. De groente wordt dan weer fris.
Ook bij sla is dit een effectieve methode.

Appelen:

Leg oude gerimpelde appelen even in kokend water. U kunt ze dan beter schillen.

Bakvet:

Bakvet kan verschillende keren worden gebruikt. Verwijder de bakresten door het nog warme vet in een even met koud water omgespoelde schaal te gieten. De resten blijven dan op de bodem liggen. Giet het gekoelde vet voorzichtig af.

Bananen:

Gebruik voor het bakken van bananen het liefst de echte bakbananen. Zijn die niet te krijgen, neem dan gewone onrijpe bananen.
Wilt u bananen in een bowl of vruchtensalade verwerken, leg de plakjes dan direct na het snijden even in citroen- of sinaasappelsap. Ze behouden dan hun gele kleur.
Bananen langer vers houden, laat 2 of meer bananen het liefst aan elkaar zitten. Neem een stuk plastic of een (eventueel al gebruikt) plastic broodzakje.
Vouw het zakje in de lengte op zodat het ca. 4 a 5 cm. breed is.
Trek zakje het tussen de bananen aan de zijde waar deze aan elkaar vast zitten.
Pak de bovenzijde goed in met het plastic en sluit het af met een stukje plakband.
De bananen blijven veel langer vers. (leg bananen nooit in de koelkast)
Kijk ook op: http://youtu.be/deDNZcGtF-I

Beignets:

Doe bij het bakken van beignets enkele droge groene erwten in de pan. Dit voorkomt dat het vet donker wordt. Neem wel geregeld nieuwe erwten.

Bloem:

Verwijder bloem van een lepel en maatbeker met koud water. Bij het gebruik van warm water blijft de bloem plakken.
Maak een bloempapje, om een grecht af te binden, altijd met koud water en meng het met een garde. Met warm water ontstaan er klontjes.

Bloemkool:

Giet bij het koken van bloemkool een scheutje azijn in het water. De bloemkool blijft dan hagelwit. Een schepje suiker geeft hetzelfde resultaat.
Is de bloemkool door het bewaren geel geworden, giet dan een flinke scheut melk bij het kookwater. De groente komt dan helderwit uit de pan.
Wilt u de nare lucht voorkomen bij het koken van bloemkool, leg dan een sneetje oud brood op de kool.

Boter:

Wilt u harde boter snel wat zachter hebben, houd het pakje dan even in hete stoom, of leg het in een warme pan.
Boter plakt niet aan het papier wanneer u het pakje enkele minuten in koud water legt.
Voeg een scheutje mais- of zonnebloemolie toe aan bakboter om te snel bruin worden te voorkomen.

Bowl:

Voeg om de vruchten hun frisse kleur te laten behouden een paar druppels citroensap toe. Geeft ook een frisse smaak.

Broccoli:

Snijd de stelen van broccoli kruisgewijs in tot boven aan toe. De steel is dan net zo snel gaar als de bloemen.

Brood:

Besprenkel oud brood met wat water en leg het een minuut of vijf in de oven.
Leg de sneetjes in een vergiet en houd dit een halve minuut in de stoom van kokend water.
Wikkel oud brood in aluminiumfolie en leg het 10 minuten in een hete oven. In de folie laten afkoelen.

Champignons:

Maak champignons het liefst schoon door ze met keukenpapier af te wrijven of borstel ze schoon met een speciaal borsteltje. Champignons nooit met water schoonmaken.

Citroenen:

Citroenen geven meer sap als u ze van te voren even op de verwarming of in de oven legt. Niet te warm laten worden.
Hebt u een paar druppels citroensap nodig, prik dan met een prikker een gaatje in de citroen en u kunt het nodige sap er uit persen.
Leg uitgedroogde citroenen een tijdje in lauw water om ze weer sappig te krijgen.

Eieren:

Wilt u koude gekookte eieren warm eten? Leg ze dan even in kokend water; ze worden niet harder.
Kook eieren uit de koelkast 1-2 minuten langer dan de eieren uit de provisiekast of de winkel.
Voeg bij het koken van gekneusde eieren een scheutje azijn aan het water toe. Meestal blijven ze dan wel heel. U kunt ze ook in aluminiumfolie wikkelen.
Een ei loopt tijdens het koken niet uit als u in de bolle kant van de schaal een gaatje prikt.
Hebt u een ei met een barst erin, smeer deze dan met een beetje boter in om uitkoken te voorkomen.
Houd een warm pas gekookt ei even onder de koude kraan. U kunt het dan beter pellen. Dit voorkomt ook dat de gele dooiers zwart worden.
Wilt u weten of een ei vers is, leg het dan in een bakje koud water. Een vers ei blijft op de bodem liggen, een “ouder ei” gaat zweven.
Eiwit tot schuim kloppen gaat gemakkelijker als u een mespunt zout of een druppel citroensap toevoegt.
Geklopt eiwit blijft langer stijf als u tijdens het kloppen een mespunt bakpoeder toevoegt.
Weet u niet of een ei gekookt of rauw is, draai het dan rond op tafel of aanrecht. Een rauw ei draait gemakkelijk, een gekookt veel minder.
Ongewassen eieren blijven langer goed dan gewassen eieren.
Bereid roereieren met gecondenseerde melk. Ze worden dan veel luchtiger. Gepocheerde eieren kunnen goed worden bewaard in koud water. Verwarm ze voor het opdienen ongeveer 1 minuut in heet water.
Gepocheerde eieren houden hun vorm door een scheutje azijn in het kookwater te doen.
Een scheutje mineraalwater door roerei en omelet maakt het lichter en luchtiger.

Frituren:

Hete olie of vet kan vlam vatten.
Een frituurpan vol met olie of vet die vlam vat kan een reëel gevaar zijn.
De oorzaak van ‘een vlam in de pan’ is contact van olie of vet – dat over de rand van de pan loopt – met de hittebron waar op gekookt wordt.
Frituurolie en vet worden veel heter dan kokend water (bijna 2 x zo heet) en kunnen zeer ernstige brandwonden veroorzaken.
Let op dat kinderen, huisdieren en andere personen uit de buurt blijven als u gaat.
Leg van te voren voor de pan die gebruikt wordt een passende, goed afsluitende, deksel klaar.
Is die deksel er niet, dan is de pan ongeschikt om in te frituren!
Doe de pan niet te vol.
Zorg dat er niets in de olie of het vet plonst.
Gebruik daarom een schuimspaan of een mandje om iets in de olie of het vet te doen.
Loop als u aan het frituren bent nooit even weg.
De olie of het vet kan soms ineens gaan schuimen en dan over de rand van de pan lopen.
Als de olie gaat schuimen en omhoog in de pan komt, til het frituurmandje dan op of haal met de schuimspaan datgene wat gefrituurd wordt uit de olie.
Er komt waarschijnlijk te veel vocht uit.
Probeer het als de olie uitgeschuimd is nog een keer,
De oorzaak van het schuimen kan ook oude olie of vet zijn dat vervangen moet worden.

Gerechten warm houden:

Vul een pan voor ongeveer de helft met water.
Breng het water tegen de kook aan, draai het vuur laag en leg een oud bord of een oude schaal met het warm te houden gerecht op de pan.
Dek het gerecht af met een deksel of een schaal.
Gebruik een doek of pannenlappen om de schaal van de pan te nemen zodat u uw vingers niet brand, het bord is nat en erg heet.
Natuurlijk kunt u het gerecht ook in de oven warm houden bij ca. 70/80˚.

Gerechten warm maken:

Vul een pan voor een derde deel met heet water.
Zet een iets kleinere pan in de pan met heet water en vul het water in de grootste pan bij zodat het water ca. 1 centimeter onder de rand staat.
Vul de kleine pan met het gerecht dat warm gemaakt moet worden, zet het vuur redelijk hoog en roer af en toe door het te verwarmen gerecht totdat het de gewenste temperatuur heeft. Dit is de  “au bain marie”  methode.

Gevogelte:

Trekt u bouillon van kip of gevogelte, zet alles dan met koud water op. De bouillon wordt dan smakelijker.
Wilt u het vlees sappig en eetbaar houden, zet het dan met kokend water op. De poriën gaan dan dicht en het sap blijft in het vlees.
Wilt u een bruin korstje op uw kip of ander gevogelte, giet er dan vlak voor het opdienen wat bier over en zet het gerecht nog even in de oven.
Taai gevogelte wordt sneller gaar als u het voor het stoven, resp. braden stevig met suiker inwrijft.
Bij het braden wordt gevogelte bijzonder sappig als u het, voor u het in de oven zet, met citroen inwrijft.

Groenten:

Groente mag nooit lang in het water staan, dan gaan de kracht en de vitaminen eruit.
Zout water is het beste om groente van ongedierte te ontdoen. Het ongedierte zakt naar de bodem. De groente daarna nog wel een of twee keer met schoon water spoelen.
Was groente die niet per se gewassen moet worden, zoals bijv. zuurkool, liever niet. De smaak blijft dan beter behouden.
Groente houdt haar groene kleur wanneer u bij het koken de pan niet afdekt. Voeg pas na het smoren of koken van groente zout toe. De voedingsstoffen blijven dan beter bewaard en u hebt minder nodig.
Geen zout toevoegen is nog beter.

Honing:

Zet een pot gekristalliseerde honing enige tijd in heet water. De honing wordt dan weer vloeibaar. U kunt er ook een vochtige doek overheen leggen.

Jam:

Beschimmelde jam wordt weer eetbaar als u de schimmel er voorzichtig afschept, en de massa even opkookt.
Onze grootmoeders kregen het advies bij beschimmelde gelei de schimmel er voorzichtig af te halen en de gelei dik met suiker te bestrooien.
Maakt u zelf jam? Hier volgen enkele tips:
Door een kontje boter toe te voegen aan de kokende jam voorkomt u een schuimlaag.
Wilt u de jam niet dik laten worden, laat haar dan aan de kook komen en voeg ong. 1 eetl. citroensap per kg vruchten toe.
Vervang de voorgeschreven hoeveelheid water voor een deel door vruchtensap en uw jam of marmelade krijgt een “fruitig” smaakje.
Wilt u mooie donkere jam hebben, verwerk er dan bruine i.p.v. witte suiker in.

Jus:

Jus wordt bruiner wanneer er een scheutje melk bij wordt gedaan. Ook een theelepel suiker doet wonderen.
Is de jus te vet? Doe er dan geen water bij, maar haal de bovenste laag vet er voorzichtig af.

Knoflook:

Knoflook is lekker en gezond, alleen de lucht na het eten is minder prettig. Dit is enigszins te voorkomen door de groene kern niet te gebruiken.
Hebt u te veel knoflook in een gerecht, voeg dan wat gehakte peterselie toe. Niet meekoken!!
Rijg een gepeld knoflookteentje aan een draadje en hang dit in uw sauzen of stoofgerechten. De smaak wordt dan minder sterk en u kunt de knoflook makkelijk verwijderen.
Knoflookzout maakt u door een teen fijn te stampen op een plank of in een vijzel met een laag zout. Bewaren in een luchtdicht potje.

Komkommer:

Schil de komkommer altijd van de kop naar de steel toe. Aan het eind van de steel zit een bitter sap. Schilt u de komkommer andersom dan verspreidt u dit bittere sap over de hele vrucht.

Kool:

Koolsoorten, behalve zuurkool, zijn moeilijk verteerbaar. Strooi een beetje kummel in het kookwater, dan wordt het lichter verteerbaar.
Kook een handje rijst mee met de rodekool. Deze wordt dan lekker smeuïg. Rodekool wordt sneller gaar wanneer u de azijn of het citroensap op het laatst toevoegt.
Eerst de vorst erover! Dit geldt voor boerenkool, savooiekool en groene kool. De smaak is beter, de kool wordt zachter en beter verteerbaar.

Kruidenei:

Gebruik een thee-ei om in de soep te hangen. U vult het met bijv. peperkorrels, laurier, foelie en andere kruiden of specerijen. Ze verspreiden zich niet door de soep en u hoeft niet te vissen om ze er weer uit te krijgen.

Kwark:

Doe een scheut karnemelk, yoghurt of vruchtensap door de kwark om deze smeuïger te maken. Dit helpt ook wanneer de kwark wat korrelig is.

Larderen:

Leg de repen spek voor het larderen van vlees en wild eerst een in het vriesvak van de koelkast. Dat werkt makkelijker. Maak tijdens het larderen uw handen stroef met zout.