Ingrediënten:

250 gram tarwebloem
180 gram bruine basterdsuiker
100 gram in kleine blokjes gesneden roomboter
70   gram melk
40 amandelen
2 theelepeltjes kaneelpoeder
1,5  theelepeltje bakpoeder
1 theelepeltje gemberpoeder
1/2 theelepeltje kardemompoeder
1/2 theelepeltje anijszaad
1/4 theelepeltje kruidnagelpoeder
1/4 theelepeltje nootmuskaatpoeder
1 mespuntje zout
1 klein mespuntje foelie

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 180°.
Vet een ruime ovenbaklaat in met boter.
Doe de bloem en de boter in een ruime kom en meng het met de vingertoppen goed door elkaar.
Voeg de suiker, bakpoeder, zout en alle specerijen toe, meng alles goed door elkaar, voeg beetje bij beetje de melk toe en blijf ondertussen kneden tot een stevig egaal deeg.
Maak er een iets afgeplette bal van, verpak deze in plastic folie en leg het deeg 24 uur in de koelkast.
Neem de volgende dag het deeg uit de koelkast en laat het een half uurtje op kamertemperatuur komen.
Kneed het weer even, bestrooi het met bloem en rol het met de deegroller uit tot een plak van 20×25 centimeter en 1 centimeter dik.
Snij de plak in vier gelijke stukken, leg deze los van elkaar op de ingevette bakplaat en druk de amandelen in het deeg.
Schuif de bakplaat midden in de oven en bak de speculaas in ongeveer 30 minuten goudbruin en gaar.
Kijk af en toe (zonder de oven te openen) of het niet te hard gaat.