Ingrediënten:
600 gram in middelgrote stukjes gesneden verse kippenlevertjes
200 gram in blokjes gesneden zoetzure appel
100 gram appelsap
100 gram cider of apfelcorn
30 gram fijngesnipperde sjalotjes
20 gram Franse mosterd
zout en peper uit de molen
braadboter
Bereiding:
Verhit de cider of apfelcorn met het appelsap in een steelpannetje, schep de appelblokjes erin, breng de inhoud aan de kook, temper het vuur iets en laat de appel bij matig vuur 5 minuutjes tegen de kook blijven.
Zet de braadpan op het vuur en laat deze boven hoog vuur even warm worden.
Doe een flinke scheut braadboter in de pan, wacht tot het schuim verdwenen is en de boter lichtbruin van kleur is.
Roerbak de leverstukjes tot ze iets kleur beginnen te krijgen, voeg de fijngesnipperde sjalotjes toe, strooi er zout en peper over en meng de mosterd erdoor.
Temper het vuur iets en laat de lever een paar minuutjes bij matig vuur zachtjes garen.
Voeg vervolgens de warme appelblokjes en cider toe, schep alles goed door elkaar en laat het nog een half minuutje nagaren.
Schep alles in een voorverwarmde schaal en zet deze op tafel.
Lekker met aardappelpuree en doperwtjes met worteltjes.